Ik heb een bekentenis te doen, beste lezer: ik had vroeger schrik van flitsfotografie. Ik spreek hier ter mijner verdediging wel nog over het analoge tijdperk, waar er makkelijk een week voorbij kon gaan tussen de druk op de ontspanknop van je camera en het bekijken van het resultaat op een minuscule contactafdruk. Meestal zag het resultaat er niet uit, maar in die week tijd was ik natuurlijk al lang vergeten wat ik verkeerd gedaan had. En had ik per ongeluk eens een mooie flitsfoto, dan kon ik die gegarandeerd niet herhalen, want ik wist ook niet meer wat ik goed gedaan had! Ik was dus lange tijd een 'available light' fotograaf. Niet zozeer uit overtuiging, maar eerder uit noodzaak. Gelukkig is de technologie er zo op vooruit gegaan dat flitsen nu zo makkelijk is als een ei bakken. In het geval van mijn culinaire capaciteiten: makkelijker dan een ei bakken. Zeker wanneer je deze drie tips in gedachten houdt:
1. Bepaal altijd de omgevingsbelichting eerst
De totale beliching in deze foto (links) is de som van de hoeveelheid aanwezig licht die in de camera binnengelaten werd (midden) en de hoeveelheid flitslicht die toegelaten werd (rechts).
Het grote verschil tussen flitsen op locatie en flitsen in een studio is dat je in een studio normaal altijd het beschikbare licht volledig wegflitst, m.a.w. alles wat je ziet in je foto is afkomstig van flitslicht. Wanneer je buitenshuis, op locatie, werkt, is het niet alleen onmogelijk, maar ook onwenselijk om die achtergrond helemaal zwart te maken. Dan kan je namelijk net zoe goed in een studio werken ;-)
Omdat de achtergrond normaliter niet (of minder) beïnvloed wordt door flitslicht (tenzij je model er heel dicht bij staat), moet je altijd de achtergrond- of omgevingsbelichting eerst instellen. Zeker wanneer je met een model werkt in open lucht, is het een goed idee om de achtergrond een beetje te onderbelichten in vergelijking met wat je zou doen indien je een foto zou maken van diezelfde achtergrond zonder onderwerp erin. Immers, de achtergrond is nu niet je onderwerp, maar gewoon context voor dat onderwerp. Om die reden maak je hem best niet te licht want anders trekt dat de aandacht weg van je eigenlijke onderwerp. Wanneer ik bijvoorbeeld een lucht in mijn foto heb, zal ik de achtergrond normaliter zo belichten dat ik nog steeds detail in de wolken behoud.
DIt is een voorbeeld waar ik mijn omgevingsbelichting instelde in functie van de achtergrond. Die is lichtjes onderbelicht zodat ik detail bewaar in de lucht...
Dit is hetzelfde beeld, maar nadat ik een simpele reportageflitser erbij gehaald heb met een paraplu. De foto is ook nabewerkt met een van mijn gratis Lightroom presets. De achtergrond is iets lichter geworden, maar dat heeft niets te maken met het effect van de flitser - die belicht enkel de voorgrond - maar met het feit dat de gebruikte voorinstelling de Schaduwen schuifregelaar wat optrekt.
Het gevolg hiervan is dat je model normaliter onderbelicht zal zijn, maar dat is geen probleem. Immers, daar heb je net je flitser voor, niet? Nadat je dus je achtergrondbelichting ingesteld hebt, zet je je flitser en zender aan en pas je de flitskracht aan totdat je de gewenste belichting op het onderwerp hebt. Even terzijde: dit is waarom ik - zeker voor flitsfotografie - zo graag met spiegelloze systeemcamera's met elektronische zoekers werk, zoals mijn Fujifilm toestellen. Wanneer je met een klassieke reflex werkt, zie je altijd een helder zoekerbeeld maar nooit de belichting die je eigenlijk ingesteld hebt. Om die te zien, moet je een testfoto maken en die dan bekijken op het LCD scherm achterop je camera. Op mijn Fuji's kan ik, wanneer ik in de manuele modus aan het werken ben, de elektronische zoeker zo instellen dat ik een weergave krijg van hoe licht of hoe donker mijn omgevingsbelichting zal zijn, nog voor ik de foto gemaakt heb. Bovendien heb ik in de zoeker ook nog eens een live histogram als ik dat wil. Indien ik onderbelicht, zie ik dat dus al in de zoeker nog vooraleer ik de foto maak. Maar ik kan de zoeker ook instellen dat ik een mooi helder zoekerbeeld krijg, wanneer ik me bijvoorbeeld wil focussen op de expressie van het model. Helemaal mooi wordt het wanneer je een functietoets toekent (ik gebruik hiervoor degene vooraan, naast de lens) om makkelijk te switchen tussen beide weergaves. Ik verlies dus niet langer foto's en tijd met het bepalen van mijn omgevingsbelichting. Maar er is meer: want nadat ik de foto met flitslicht gemaakt heb, zie ik die automatisch tot anderhalve seconde weergegeven in de elektronische zoeker. Ik moet dus niet 'chimpen' op mijn LCD-scherm of alles naar wens verlopen is.
2. Gebruik de zon als een gratis contourlicht
In een studio werk ik graag met minstens twee lichten: een hoofdlicht en een contourlicht, dat van langs achteren komt. Zo'n contourlicht geeft een mooie highlight op de achterkant van je ondewerp. Dit helpt om je onderwerp los te maken van die achtergrond en geeft een mooi driedimensionaal gevoel aan de foto.
Fujifilm GFX 50S | GF120mmF4 R LM OIS WR Macro @ 120 mm | 1/125 sec. @ f/5.6 | ISO 100
In het beeld hierboven plaatste ik twee strip lights achter Rosalinde om haar leren jack los te maken van de achtergrond. Trouwens, één van de dingen die je in Light It Up (en de Nederlandse versie Flash!) vindt, is veel materiaal-advies. Zo houd ik bijvoorbeeld veel van de strip lights van Nicefoto omdat ze supersnel op te zetten en weer af te breken zijn.
Op locatie heb ik echter niet altijd twee lichten bij en zelfs als het zo is, heb ik niet altijd de tijd om beide op te zetten. In zo'n geval gebruik ik graag de 'moeder aller lichtbronnen', de zon, in mijn voordeel. Ik positioneer mijn onderwerp dan met de rug naar de zon. Zo vang ik twee vliegen in één klap: niet alleen moet mijn model geen gekke bekken trekken omdat de zon keihard in zijn of haar ogen schijnt, maar de zon zorgt ook voor een gratis contourlicht. Het komt er dan gewoon op aan om de flitser op de gewenste kracht in te stellen.
FUJIFILM X-T1 | XF56mmF1.2 R @ 56 mm | 1/180 sec @ f/2.8 | ISO 200
In dit voorbeeld plaatste ik de motorrijder in tegenlicht. Het resultaat is een mooie highlight rondom hem, die hem mooi laat afsteken van de achtergrond. Ook de beperkte lensopening die ik koos, draagt daartoe bij.
Zo werd de foto van de motorrijder een paar jaar geleden belicht: een relatief goedkope maar sterke (in dit geval een Jinbei HD600) studioflitser op batterijen en een flitsparaplu van nog geen 25 euro. Nu gebruik ik op locatie de Godox AD600 en de SMDV Alpha 110 Softbox.
3. Experimenteer met de plaatsing van de driekhoek licht - onderwerp - camera
Wanneer je begint met off-camera flash, zal je vaak je licht in een hoek van 45 graden ten opzichte van de camera plaatsen terwijl je onderwerp recht in de lens kijkt. Het is een goed vertrekpunt maar laat het daar vooral niet bij. Experimenteer met de hoek van het gezicht van je onderwerp ten opzichte van de camera en ook met de hoek van de lichtbron ten opzichte van de camera en het onderwerp...
Een van mijn favoriete lichtopstellingen heet 'Short Lighting'. Dit belichtingspatroon bestaat er in dat je die kant van het gezicht verlicht die niet naar de camera gedraaid is. Dit resulteert in een meer driedimensioneel portret en werkt heel goed bij 'karakterkoppen', waarvan er nogal wat rondlopen langs de oevers van de Ganges in Varanasi!
FUJIFILM X-Pro2 | XF16-55mmF2.8 R LM WR @ 45.5 mm | 1-250 sec @ f / 2.8 | ISO 200
'Short lighting' met een gratis contourlicht van de felle Indische zon. Twee mooie lichten voor de prijs van één.
Laat mijn gebruik van een softbox je niet ertoe aanzetten te denken dat je een groot budget nodig hebt om een foto zoals deze te maken: ik had 90 procent van deze look kunnen bereiken met een paraplu van 25 euro. De reden dat ik normaal een softbox verkies is dat die me meer controle over mijn licht verschaft (zeker wanneer ik hem voorzie van een grid) en dat vooral in kleinere ruimtes. Tijdens workshops vind ik het ook veiliger, omdat een softbox wat steviger is.
Ook in dit portret van model Jana zie je Short Rembrandt licht in actie. het verschil met de vorige foto is dat er hier een kleinere lichtbron gebruikt werd die verder van het model staat, waardoor het licht harder en contrastrijker wordt. Dat is niet goed of slecht, het is gewoon anders ;) Er werd trouwens nog een tweede flitser gebruikt. Kan je zien waar die stond?
Wil je deze flitsfotografie-skills zelf leren toepassen?
Op vrijdag 27 juni organiseer ik de workshop Flash & the City. Daarin gaan we met een professioneel model op stap in Gent, om flitsende locatieportretten te maken. Er is nog 1 plaatsje vrij. De link hieronder vertelt je meer over deze unieke workshop.